Wol

Deze webpagina’s kaderen in de uitvoering van het demonstratieproject ‘Veel geblaat, maar (te) weinig wol’ voor de Afdeling Duurzame LandbouwOntwikkeling van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Projectpartners zijn Diergezondheidszorg Vlaanderen, Vlaamse Schapenhouderij en K.H.Kempen. Dit demonstratieproject wordt medegefinancierd door de Europese Unie en het Departement Landbouw en Visserij van de Vlaamse overheid.
 
Dit project focust zich op de schapenvacht waarbij de impact op bedrijfsmanagement, dierenwelzijn, diergezondheid en wolproductie en -kwaliteit nader wordt bekeken.
 
1) Bedrijfsmanagement
Wol is een belangrijke factor in het bedrijfsmanagement. Denk daarbij aan het scheren van drachtige ooien (hoger geboortegewicht, minder perinatale sterfte...), het bijscheren kort voor de geboorte om hygiënische redenen, het scheren van lammeren voor een betere groei, de verkoopsprijs van wol (varieert sterk binnen een regio)...
 

2) Dierenwelzijn
Hitte- en koudestress, zonnebrand, scheertechniek, keuze van scheertoestel, moment van scheren van drachtige ooien... bepalen mede of het dierenwelzijn al dan niet optimaal is.

3) Dierengezondheid
Een aantal huidaandoeningen zoals myiasis, wol- of pootschurft, schapenluizen en wolrot beïnvloeden de gezondheid van het dier. Daarom zal er aandacht worden besteed aan het belang van de aandoeningen, de preventie en de bestrijding (o.a. keuze van behandelingsproducten, tijdstip van toediening...) ervan.


4) Wolproductie en -kwaliteit
Wolkwaliteit is rasafhankelijk, daarnaast varieert de wolkwaliteit van 1 dier in sterke mate over het lichaam. Ook in een kudde van hetzelfde ras varieert de wolkwaliteit van dier tot dier. Er zijn mogelijkheden om de wolkwaliteit te verbeteren en daardoor een betere prijs af te dwingen. Anderzijds kan er ook meer worden geopteerd voor zelfruiende schapen (zoals de Wiltshire) of haarschapen.
 
Directe doelstellingen van dit project zijn:
  • de wol en haar kwaliteits-, managements-, dierenwelzijns- en diergezondheidsaspecten onder de aandacht van de schapenhouders brengen.
  • de houders van kleine herkauwers via de enquêtes bij de problematiek betrekken.
  • in kaart brengen welke soorten vachttypes er bestaan en welke keuze kan worden gemaakt in functie van beheer. Bij extensief beheer kan best de keuze worden gemaakt voor rassen die minder kans op myiasis geven, zoals bv. zelfruiende schapen of haarschapen.
  • demonstreren dat door een goede opvolging van de vachtkwaliteit (raskeuze, bevuilingsgraad, moment van scheren, preventieve behandeling tegen myiasis en/of schurft...) de bedrijfsverliezen kunnen worden beperkt en de rendabiliteit van de bedrijven kan worden opgekrikt. 
  • verschillende scheeraspecten (tijdstip, achterhand scheren, lammeren scheren...) en de foktechnische en bedrijfseconomische gevolgen daarvan demonstreren.
  • creëren van een platform voor discussie, overleg en openheid rond het thema ‘wol en huid’ in de schapenhouderij.
 
 
Contact
Heb je vragen of opmerkingen, neem dan contact op via schapen@khk.be.