Monitoring


 
 
 
 
Monitoring is essentieel bij de hedendaagse wormcontrole. Mestonderzoek, (oog)slijmvlies-beoordeling, het registeren van diarree, conditiescore en groeivertraging kunnen een beeld van de worminfectiedruk.
 
Mestonderzoek
Door de schapenmest geregeld te laten onderzoeken, krijgt de schapenhouder een goed beeld van de worminfectiedruk. De uitslag van het mestonderzoek helpt om een keuze te maken tussen de ontwormingsproducten, tussen wel, niet of later ontwormen en helpt zodoende onnodig behandelen te voorkomen. Verzamel ongeveer gelijke hoeveelheden mest van een 10-tal schapen per kudde. Plet de keutels totdat de keutels goed zijn vermengd. Vermeld duidelijk op het aanvraagdocument dat het een mengmeststaal betreft. Verzamel uitsluitend verse mest. Vermijd vervuiling met gronddeeltjes omdat eieren van grondwormen op die van maagdarmwormen lijken met als gevolg dat mogelijks een verkeerde diagnose wordt gesteld. Maak geen onderscheid tussen harde keutels of zachte mest. Beide kunnen het gevolg van een maagdarmwormbesmetting zijn. Van dieren met diarreesymptomen kan best geen meststaal worden genomen. Diarree verhoogt het vochtgehalte van de feces waardoor het aantal geobserveerde wormeieren (te) laag is.
 
Serologie
Bloedstalen worden via een ELISA-test op antistoffen tegen leverbotten getest. Na besmetting met leverbot bouwen dieren antistoffen op die langere tijd in het bloed aanwezig blijven. Op minimaal 4 weken na infectie zijn antistoffen tegen leverbot in het bloed aantoonbaar. De antistoffen kunnen tot een jaar na het wegnemen van de infectie in het bloed worden gevonden.
 
Famacha
Famacha is een in Zuid-Afrika ontwikkeld praktijkmiddel om schapen en geiten te classificeren op basis van hun graad van bloedarmoede). Het kan aangewend worden als indicator van een Haemonchus contortus infectie. De oogkleur van een schaap wordt vergeleken met foto’s waarop het ooglid van schapen met een verschillende graad van bloedarmoede staan vermeld. De scores variëren van gezond (score 1) tot een bijna wit ooglid (score 5). Dieren met score 4 en 5 dienen te worden ontwormd. Belangrijk is dat een recente kleurkaart met de juiste kleuren wordt gebruikt. Bij afdrukken, kopiëren of na langdurige blootstelling aan de zon kunnen de originele kleuren van de Famacha-kaart verloren gaan. Vandaar dat wordt geadviseerd om jaarlijks een nieuwe Famacha-kaart aan te kopen. Let op, naast een besmetting met Haemonchus contortus kunnen er ook andere oorzaken van bloedarmoede zijn zoals leverbot, uitwendige parasieten, infecties… Bovendien geeft Famacha enkel een beeld van de besmetting van bloedzuigende wormen en niet over andere wormen zoals bv. Trichostrongyliden.
 
Bevuiling
Diarree kan een belangrijk symptoom zijn bij sommige maagdarmworminfecties, hoewel afwezigheid van diarree in geen geval duidt op afwezigheid van wormen. Controleer de dieren regelmatig en kijk specifiek naar eventuele bevuiling van de achterhand. Bij een besmetting met Haemonchus contortus wordt eerder een vastere mest vastgesteld en bijgevolg geen bevuilde achterhand.
 
Conditiescore
De lichaamsconditie geeft een conditie van de algemene gezondheid van de schapen. Wormbesmetting kan een impact op de conditie van een schaap hebben). Daarnaast kunnen uiteraard andere factoren, zoals virale of bacteriële ziekten, kwalitatief slecht voeder, stress, gebitsafwijkingen… de conditie beïnvloeden. Het is belangrijk regelmatig gedurende het jaar de conditie te bekijken en te vergelijken, zowel met de voorgaande conditiebepaling van het desbetreffende schaap als met de conditiebepaling van de andere schapen op het moment van de conditiebepaling. De conditie wordt bepaald door de ooi in de lendestreek op de rug te betasten. De conditie kan worden gescoord en ingedeeld in categorieën, gaande van score 1 (zeer mager) tot score 5 (zeer vet).
 
Wegen
Het regelmatig wegen van de schapen is zinvol om de groei of een eventueel gewichtsverlies op te volgen. Een eenvoudige dierenweegschaal kan hiervoor worden gebruikt. Of een alternatief kan ook een personenweegschaal zijn waarbij het lam in de armen wordt gehouden. Het gewicht van de persoon wordt natuurlijk van het totaal gewicht afgetrokken. Tegenwoordig bestaan er weegsystemen waarbij de schapen, voorzien van een elektronisch oormerk, automatisch worden gewogen en opgevolgd. Dieren met een afwijkend gewicht dienen te worden opgezocht en onderzocht. Een wormbesmetting kan de oorzaak zijn van een gewichtsverlies of een ondermaatse groei, maar er kunnen natuurlijk ook andere oorzaken zijn.